De enige weg naar buiten, zo had Noah het waarschijnlijk gezien. Eleanor veegde het zweet van haar voorhoofd en zette de schep tegen een boom. Het graf was gegraven. Ze ging even zitten om op adem te komen, naast het lichaam van Noah. Ze was helemaal in het begin een beetje bang geweest voor het lichaam. Het was, tja, het was zo dood. Intussen was dat gevoel weg. Ze was eraan gewend geraakt. Ze streelde met een hand door zijn haar, als om hem gerust te stellen. Ze dacht dat ze misschien iets voor hem moest zingen. Bij wijze van afscheid, of eerbetoon, of zoiets. Het enige dat in haar opkwam was een slaapliedje. "Buiten waait de noordenwind, buiten huilden de wolven, buiten gaan de zee tekeer, met hele hoge golven", zong ze zachtjes. Het sloeg nergens op. Er waren hier geen wolven, geen zee, geen noordenwind. Er was hier helemaal niets, daarom was hij nu ook dood. Omdat hij hier niets had kunnen vinden waarvoor hij wilde leven. "Maar jij ligt hier veilig en warm, sluimerzacht in mijn arm." Misschien was het stom. Het was niet alsof hij haar kon horen. "Maar jij ligt hier veilig en warm, sluimerzacht in mijn arm..." Ze zuchtte en vroeg zich af of dit het liedje was dat haar moeder vroeger voor haar had gezongen. Het was een fijne gedachte, maar ze wist dat ze dit liedje net zo goed gewoon ergens een keertje gehoord kon hebben. Ze haalde haar hand nog een laatste keer door Noah's haar. In ieder geval zag hij er vredig uit.
Eleanor liep naar de Meeting Cabin en luidde de bel om de Laarders bij elkaar te roepen. Zodra ze het gevoel had dat iedereen die wilde komen er wel was, ging ze de groep voor naar de Deadheads. Ze had geen idee wat ze precies moest doen. Ze had er geen ervaring mee. Misschien had ze met de persoon moeten praten die Alylores begrafenis verzorgd had, maar daar had ze niet aan gedacht. Toch was ze niet zenuwachtig. Ze was eigenlijk heel rustig. Ze voelde bijna niets, zelfs geen verdriet of schok of wat dan ook. Misschien dat dat later nog zou komen.
Er was geen doodskist, het zou te lang duren om er een te maken en ze hadden hier geen voorraad liggen of zoiets. Ze had Noah in plaats daarvan in witte lakens gewikkeld. Nu lagen ze nog opengeslagen, zodat men hem nog één keer kon zien. "We zijn hier bijeen gekomen om Noah te begraven en te herdenken. Hij heeft zijn eigen uitweg gekozen." Haar stem was kalm en trilde niet. Ze was even stil. Hoe ging zo'n begrafenistoespraak nou? Stof tot stof, as tot as, zoiets. Ze wist het niet precies. "Wil iemand die hem kende nog iets zeggen?" vroeg ze. Of moesten ze hem eerst begraven en dan pas iets zeggen? Ach, de anderen wisten vast ook niet veel beter dan zij hoe een begrafenis in zijn werk ging. Het maakte ook niet uit of het klopte of niet, als ze er maar een mooi afscheid van konden maken.