Ze had ongeveer een halve val in elkaar gevlochten, toen ze plotesling beweging zag in haar ooghoek. Geschrokken liet ze het kooitje van twijgen vallen. Ze was zo geconcentreerd aan het werk geweest dat ze niets had gehoord. Wees eens wat oplettender, Ivy, zei ze tegen zichzelf, het had wel een of ander beest kunnen zijn. Intussen had ze namelijk wel gezien dat het geen gevaarlijk dier was, maar gewoon een groepsgenoot. Tamare, om precies te zijn, een meisje dat ze nog niet heel goed kende, wat eigenlijk vrij verwonderlijk was, gezien hoe sociaal Ivy was. "Jij bent de maker van de steenval denk ik?", vroeg Tamara. "Ben er bijna ingestapt." Ivy lachte terug. "Oh, ja, hij is inderdaad van mij. Maar het was wel de bedoeling er dieren mee te vangen, geen mensen, sorry." Ze fronste even. Misschien was die steenval toch niet zo'n heel goed idee geweest. Tamara's opmerking deed haar beseffen dat er vrij snel ongelukken mee konden gebeuren. "Hoe gaat het? Heb je al wat gegeten vandaag?" vroeg ze een beetje ongerust. Het eten was al bijna op geweest toen ze vanochtend een wortel had gepakt om als aas in haar vallen te kunnen leggen. Er lagen nog wel wat andere knollen en wat oude bessen, maar het leek er niet op dat iemand geluk had gehad met de jacht.