Tegen een boom geleund bladerde Eleanor wat lusteloos in haar schetsboek. Tekenen was meestal haar manier om de lege uren door te komen, maar het was niet zo dat ze constant aan het tekenen wilde zijn. Het was leuk, maar het ging vervelen. Bovendien werd de ongerust van het razendsnelle opraken van lege bladzijden. Ze ging terug naar het begin en keek even naar de achterkant van het voorblad. Had ze haar streepje voor de dag al gezet? Ja, natuurlijk. Dat deed ze altijd zodra ze wakker werd, juist om er voor te zorgen dat ze het niet vergat en niet hoefde te twijfelen of ze het al had gedaan. Ze telde de streepjes, de dagen. Ze wist niet eens zeker of het aantal klopte, of ze echt niet een keer een dag was vergeten of dubbel had afgestreept, ergens in het begin. Ze keek op naar de graven, maar ze had geen zin om tegen ze te praten. Ze wist niets om te zeggen. Daarom keerde haar blik maar weer terug naar het boekje, waar ze opnieuw doorheen begon te bladeren. Bij de tekening van Rosaline stopte ze en ze glimlachte even. Ze kon haar misschien opzoeken. Toen moest ze opeens denken aan het andere jonge meisje, dat ze samen met Rosaline had begroet bij aankomst. Dat was inmiddels ook al weer een tijd geleden, maar ze had het kind daarna nauwelijks nog gezien. Ze had gehoord dat ze Clementine heette. Misschien kon ze haar zoeken? Vragen hoe het met haar ging? Gingen zij en Rosaline veel met elkaar om? Ze hadden bijna dezelfde leeftijd, maar misschien mochten ze elkaar wel niet. Ze besloot haar te zoeken.
Heel lang was ze niet bezig. Ze meende zich te herinneren haar wel eens bij het weiland gezien te hebben, waar ze misschien ook wel werkte. Daar was ze nu ook, samen met een schaap dat verwoede pogingen deed om door het hek heen te lopen om het meisje te volgen. Eleanor liep met grote passen naar haar toe en stak haar hand op toen Clementine omkeek. Oh, die grote blauwe ogen. Ze was het toonbeeld van onschuld. Onschuld die niet verloren mocht gaan. "Hallo", zei Eleanor vriendelijk. Ze leunde over het hek en stak haar hand uit naar het schaap om het over zijn kop te aaien, maar het beest stapte van haar weg. Teleurgesteld liet Eleanor haar hand weer naar beneden bungelen, met op haar gezicht een glimlach die net zo schaapachtig was als het beest aan de andere kant van het hek. Ze liet het schaap maar voor wat hij was en richtte haar aandacht weer op het meisje "Clementine, toch?" vroeg ze om er zeker van te zijn dat ze de naam juist had. "Hoe gaat het? Kun je je een beetje thuis voelen hier?"